Syringa Maiden's Blush
Kalender
De Syringa hyacinthiflora 'Maiden’s Blush' is beschikbaar in maart en april
Lengte: 50 tm 100 centimeter
2, 4, of 6 koppen
Grammage: nvt
Vbn code: 18149
Barendsen kleurcode: nvt
In de schijnwerpers
Het Witte Hek, (Alderden-Ceelen vof) is gevestigd in Aalsmeer, de naam is te danken aan een bushalte.
In 1897 is de Firma Alderden opgericht. Bij aanvang werden er chrysanten en potplanten geteeld. In de loop der jaren zijn er diverse andere bloemen geteeld waaronder de: amaryllis, rozen, tulpen, anjers en seringen.
De naam ‘Het Witte Hek’ is eigenlijk ontstaan door busmaatschappij Maarse & Kroon. Er werd jaren geleden een bushalte geplaatst vóór het bedrijf. Omdat er rondom de kwekerij van de firma Alderden een wit hek stond, kreeg deze halte de naam ‘Het Witte Hek’. Omdat de naam Alderden veel voorkwam in Aalsmeer, waarvan vele kwekers waren, was het op de veiling nogal eens verwarrend. Om welke ‘Alderden’ ging het nu? In dit geval: Alderden van ‘Het Witte Hek’.
Intussen is het bedrijf 5 generaties verder en heeft kwekerij ‘Het Witte Hek’ zich gespecialiseerd in de teelt van diverse soorten seringen en sneeuwballen. Samen met de 3e en 4e generatie, die nog elke dag meewerken in het bedrijf, wordt er gestreefd naar een mooie en zware kwaliteit bloemen.
Het Witte Hek heeft momenteel nog geen website of ander social mediakanaal. Op onze vraag waarom ze dat niet hebben, werd gelijk al lachend gezegd: “nog meer werk…”
Het telen van seringen is nog echt ambachtelijk. Er zijn nog veel handelingen door middel van handwerk nodig voordat je een bloem in handen hebt. “Wij hebben onze aandacht echt bij de productie nodig. Dit jaar zijn er wel nieuwe kaartjes gemaakt en is er een nieuw logo ontworpen. De website komt vast ook nog wel. Tot nu is de naam bekend genoeg op de veiling en op de plekken waar het nodig is’’, aldus de neven (Marco Alderden en Ronald Ceelen) van Het Witte Hek.
Het bedrijf heeft geen vast personeel. Het wordt gerund door twee neven met hulp van hun beide vaders. Alleen in het oogstseizoen worden er uitzendkrachten ingehuurd. Naast het productieseizoen is er volop werk buiten op de akkers. Dit maakt het werk ook zo leuk en aantrekkelijk vinden de neven: “Het werk is heel gevarieerd omdat het echt een seizoensproduct is. In de winter meer binnen, ‘s zomers altijd buiten. We beleven elk seizoen en werken heel dichtbij de natuur.”
De seringenteelt is een duurzame teelt. Er zijn bijna geen bestrijdingsmiddelen nodig voor de productie van de seringentakken. De groei vindt op de akkers plaats. De weersomstandigheden tijdens het groeiseizoen bepalen voor een groot deel het eindresultaat. Soms heeft dat nadelen. Afgelopen najaar was het bijvoorbeeld veel te warm. Veel van de struiken gingen daardoor voorbloeien. Hierdoor raakten veel takken hun bovenste bloemknoppen kwijt en dit is nadelig voor het ‘in bloei trekken’ van de seringen.
Uiteraard hebben de machines in de schuur de nodige stroom nodig. Hiervoor heeft het bedrijf zonnepanelen op het dak, waardoor het bedrijf zichzelf van energie kan voorzien. Daarnaast wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van organische bemesting in plaats van kunstmest. Ook worden er goede schimmels toegevoegd aan de bodem door deze aan de compost toe te voegen. Een gezonde bodem geeft een weerbare sterke seringenstruik. Om het bodemleven te sparen wordt zoveel mogelijk het onkruid gemaaid of geschoffeld.
Alle seringentelers zitten van oudsher in en rond Aalsmeer. En dat is niet voor niets. Dit bestaansrecht heeft te maken met de goede veengrond en de aanvoer van verse veengrond uit de Westeinder Plas (een mooi water in Aalsmeer). Elke 2 tot 4 jaar wordt er verse grond (bagger) op de akkers gebracht. Dit wordt per schip vanuit de Westeinder Plas aangevoerd. Door deze mooie veengrond blijft de sering ook na het uitsteken z’n mooie kluit behouden. Andere grondsoorten hebben deze eigenschap niet.
Indirect is dit ook nog eens goed voor de watersportliefhebbers omdat de Plas hierdoor diep genoeg blijft voor de waterrecreanten.
Oorsprong
Syringa hyacinthiflora 'Maiden's Blush' komt uit Canada. In de jaren ‘90 is er een groep kwekers naar Canada gereisd. Hier gingen zij op zoek naar een vervanger voor de witte sering 'Madame Stepman'. Er zijn veel witte soorten mee teruggekomen vanuit een Canadese botanische tuin, maar na verschillende testen bleek er geen geschikte witte voor de productie. De Stepman wordt dus nog steeds geproduceerd. Ook bij Het Witte Hek.
Ook de 'Maiden’s Blush' is meegekomen uit Canada. Het heeft zo’n 10 jaar geduurd voordat alles was uitgekristalliseerd met betrekking tot dit soort. Hoe te behandelen, wanneer is de beste productietijd, etc. In de natuur is de 'Maiden’s Blush' een vroege bloeiende sering, terwijl dit soort in de kas het beter doet als deze later in het seizoen in bloei wordt getrokken. De Stepman daarentegen, kan wel vroeg getrokken worden.
Voor veel kwekers was de 'Maiden’s Blush' even wennen. Dit is een soort uit de hyacinthiflora- familie. De trossen van deze bloemen zijn heel anders dan de bekende vulgarissoorten, die van zichzelf veel statischer en stijver zijn.
De bloemtros van de 'Maiden’s Blush' is veel rommeliger en heeft geen effen/uniforme kleur. De ene bloem is donkerder, de ander lichter. De meeste kwekers waren niet zo enthousiast. Het sorteren (allemaal handwerk) is bijvoorbeeld veel lastiger dan met de vulgaris.
“Maar door de goede prijs en de enthousiaste reacties zijn de kwekers het bloemetje wel gaan waarderen.”, wordt er lachend gezegd door de mannen van Het Witte Hek.
Ondanks dat de 'Maiden’s Blush' in het begin een vreemd soort was tussen de statische vulgarissoorten, is het een prachtig product. De struiken geven veel mooie takken op een relatief kleine ruimte, de kleur is echt onderscheidend van andere seringensoorten. En de 'Maiden’s Blush' ruikt ontzettend lekker. Het is echt een romantisch seringensoort. Een goede aanvulling op de soorten die er al waren.
De meeste seringencultivars die goed en sterk zijn voor productie kunnen niet produceren op eigen wortel. Het leuke van de 'Maiden’s Blush' is, dat dit één van de weinige soorten is, die dit wel zou kunnen. Het Witte Hek heeft ze niet op eigen wortel, maar er zijn kwekers in Aalsmeer die dit wel hebben.
Hoe gaat dat dan met al die seringensoorten?
Deze groeien voornamelijk op de onderstam van een wilde seringensoort. De meeste onderstammen zijn zaailingen van wilde vulgarissoorten. Op deze stammen worden de cultivarsoorten, zoals 'Maiden’s Blush', 'Madame Stepman', 'Dark Koster' etc. geënt.
Bij het enten wordt er een inkeping gemaakt in de stam (dit kan een jonge of oude stam zijn). Hierna wordt er een klein stukje steel van de cultivar in de inkeping gestoken. Vervolgens vastgebonden met een elastiekje en ingesmeerd met entwas.
Na het enten op de onderstam geeft de sering bij een jonge onderstam pas na 4 jaar z’n eerste bloemtakken. Omdat dit proces zo lang duurt, duurt het heel lang om nieuwe seringensoorten te krijgen die ook daadwerkelijk goed genoeg zijn voor de bloemenproductie. Hierdoor zijn er soorten op de markt die nog uit eind 1800 stammen.
Tegenwoordig enten de kwekers op streng geselecteerde onderstammen. Deze zijn minder ziektegevoelig en geven een betere groei. Deze geselecteerde soorten worden vermeerderd door middel van weefselkweek, zodat ze allemaal dezelfde eigenschappen hebben.
Elk jaar bestellen de neven samen met een groep kwekers een aantal van deze onderstammen, waarop cultivars geënt worden.
Een onderstam kan meerdere keren opnieuw geënt worden. Om-enten of verjongen noem je dat. Dit kan bijvoorbeeld als de productie van een struik afneemt. Soms om praktische redenen, een struik wordt steeds groter en hoger en wordt te groot voor in de kas. Ook als een kweker een ander soort wil produceren, kan er voor gekozen worden de struik om te enten. Deze geeft dan na twee jaar weer trekbare takken.
Als een onderstam niet te maken krijgt met bodemschimmels of andere ziektes kan een onderstam soms wel 80 of 90 jaar oud worden!
De productie van de 'Maiden’s Blush'
In het najaar worden de struiken uitgestoken op de verschillende akkers. De akkers van Het Witte Hek zijn omsloten door water. De struiken worden dan ook per boot naar het land dichtbij de kassen gevaren, waar de struiken staan tot ze in de kas gezet worden. Vroeger, als de winters heel koud waren en de sloten dichtgevroren, moesten de struiken met de slee over het ijs naar de kassen gebracht worden.
In november gaan de eerste struiken de kas in. Alleen in deze periode moet er flink gestookt worden. Na de Kerst neemt dit al weer af.
Tegen de tijd dat de 'Maiden’s Blush' de kas in gaan, wordt er licht bijgestookt. Dit alleen om de knoppen los te krijgen. Zodra deze los zijn, wordt de kas koel en zo licht mogelijk gehouden.
Na zo’n 10 tot 14 dagen wordt het gewas geplozen. Alle zijscheuten worden van de tak verwijderd, zodat alle energie daadwerkelijk naar de bloem gaat. Na zo’n 3 weken kunnen de eerste takken gesneden worden.
Als de kas leeg gesneden is, worden de struiken gesnoeid en gaan ze weer naar buiten. Als het productieseizoen over is (begin mei), worden de struiken op de akkers teruggepoot. Deze struiken slaan een productiejaar over. Wel worden ze gesnoeid na het eerste jaar. Deze takken kunnen gebruikt worden om op onderstammen te enten.
Pas het jaar erop kunnen de seringen weer uitgestoken worden en gebruikt worden voor productie.
De sering heeft over het algemeen een hoge marktwaarde. En dat is maar goed ook, want de teelt is enorm arbeidsintensief en door het vele til- en handwerk fysiek zwaar.
Verzorging
Een aantal jaar geleden werden de seringen rauwer verhandeld dan nu. Dit had voornamelijk te maken met de export. Ten eerste zijn rijpere bloemen kwetsbaarder, waardoor de kans op beschadigingen groter is. En ten tweede gingen er hierdoor minder takken in een doos voor transport. Een kweker had hierdoor eigenlijk geen keus, en moest mee in deze manier van produceren. Er werd ook minder betaald voor een rijpere sering.
Gelukkig komt men daar nu op terug. Het is veel beter om een sering iets rijper te oogsten. De bloem kan veel langer gebruikmaken van de voedingstoffen die de plant meegeeft. Hierdoor is de houdbaarheid veel beter en in het geval van de ‘Maiden’s Blush’, ook de geur veel sterker.
De sering is een heestersoort, dit betekent dat deze een houtachtige steel heeft. Het is belangrijk een schone vaas te gebruiken met handwarm water en heester snijbloemenvoedsel.
Snijd de steel een stukje schuin af, voordat je deze op de vaas zet. Ververs het water regelmatig en snijd eventueel opnieuw aan.
Mocht het toch gebeuren dat de bloem slap gaat hangen, snijd de bloem dan opnieuw af en zet deze zo koel mogelijk. U zult zien dat de bloem weer opnieuw zal optrekken.
FloraPodium, 28 maart 2018